Stikstof-uitspraak raakt bouwprojecten in zeker 112 gemeenten

De Raad van State oordeelde eerder dit jaar dat projecten die door hun nieuwe uitstoot van stikstof de neerslag daarvan op een natuurgebied verhogen, voortaan niet zomaar zijn toegestaan. Ook vrijstellingen van de vergunningplicht die in het programma aanpak stikstof waren geregeld, gelden niet meer. Sindsdien liggen veel bouwplannen in Nederland stil. Door de uitspraak staan duizenden projecten met een vergunning vanuit het Programma Aanpak Stikstof (PAS) op losse schroeven, in zeker 112 gemeenten komen bouwprojecten in de knel.

Wat is stikstof?

Stikstof is een gas en heeft geen kleur, geur en/ of smaak. Het scheikundige symbool is N. Stikstof wordt vloeibaar bij 195,8 graden Celsius onder nul. Maar liefst 78% van de atmosfeer bestaat uit stikstof, gevolgd door 21 % zuurstof. Het is belangrijk dat de hoeveelheid stikstof in de lucht niet te hoog wordt omdat mensen en dieren dan zouden stikken. De industrie, het verkeer en de landbouw veroorzaken een overschot aan stikstof. Ademhalen lukt nog wel, maar natuurgebieden leiden flink onder de extra uitstoot.

Programma aanpak stikstof (PAS)

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof ongeldig verklaard voor vergunningverlening. Ook vrijstellingen van de vergunningplicht die in het programma waren geregeld, gelden niet meer. Hierdoor kan het zijn dat u een vergunning nodig heeft, terwijl dat onder het PAS niet het geval was. Het PAS moest de hoeveelheid stikstof in de natuur terugdringen, en tegelijkertijd economische ontwikkeling mogelijk te maken. Het Rijk en de provincies namen daarvoor verschillende maatregelen om de hoeveelheid stikstof te verminderen. Daardoor werd de uitstoot (in ieder geval op papier) gecompenseerd, waardoor op voorhand al vergunningen konden worden verleend aan projecten in de buurt van natuurgebieden. Nu het PAS ongeldig is verklaard, staan alle bouwprojecten die onder deze regeling een vergunning hebben gekregen op de tocht.

Mogelijke oplossingen

Afhankelijk van de fase waarin de planontwikkeling zich bevindt is het allereerst zinvol om na te denken over alternatieven om de stikstofdepositie te beperken. Voor nieuwbouwwoningen gelden tegenwoordig al veel duurzaamheidsmaatregelen. Dus in aanpassing van het ontwerp van woningen zal weinig ‘winst’ te behalen zijn. Bij de utiliteitsbouw zijn vaak wel meer alternatieven mogelijk door de toepassing van andere materialen of alternatieve productiemethoden.

Ook kan bij grote bouwprojecten gedacht worden aan de logistieke organisatie van de bouwplaats. Voor de beoordeling van de stikstofdepositie bij een bouwproject, wordt immers ook de stikstofdepositie tijdens de bouwfase betrokken. Door bijvoorbeeld de inzet van schoner materieel, het combineren van leveranties en het structureel verminderen van verkeersbewegingen voor arbeid door middel van een ‘hub’, kan de neerslag van stikstof drastisch worden beperkt.

Nadat het bouwplan concreet en definitief is, dient er een zogenaamde voortoets plaats te vinden waarin de stikstofdepositie van het bouwproject wordt beoordeeld en wordt vastgesteld of er een Wnb-vergunning is benodigd. Als dat het geval is, dan zal er een zogenaamde passende beoordeling moeten plaatsvinden om ervoor te zorgen dat er een vergunning kan worden verleend. Hierbij kunnen mogelijk instrumenten worden ingezet zoals mitigatie en extern salderen. Mocht de passende beoordeling niet tot een vergunning leiden, dan resteert alleen nog de zogenaamde ADC-toets om alsnog een Wnb-vergunning te verkrijgen. Het voert te ver om in dit artikel de passende beoordeling en ADC-toets gedetailleerd uit te werken, maar het is wel relevant om deze mogelijkheden in het achterhoofd te houden.