Afhankelijk van de conclusies van het inventariserend onderzoek kan een vervolgonderzoek flora en fauna noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld om verblijfplaatsen van vogels of vleermuizen in te slopen gebouwen te lokaliseren. Hierbij wordt tevens de functie van een verblijfplaats vastgesteld. Op basis daarvan kan een migratieplan worden opgesteld en uitgevoerd, zoals het in de omgeving ophangen van alternatieve verblijfplaatsen.
Optimale onderzoeksperiode
Of en hoe snel een nader ecologisch onderzoek uitgevoerd kan worden, hangt mede af van de periode waarin de onderzoeksvraag speelt. Zo is er bij iedere diersoort sprake van een optimale onderzoeksperiode, het broedseizoen en de kraamperiode vallen hier bijvoorbeeld onder. Wanneer deze perioden spelen, kan per soort verschillen. Daarnaast zijn er ook perioden waarin onderzoek mogelijk is, maar iets meer tijd kan vergen dan in de optimale periode.
Bekijk hier de optimale onderzoeksperiode voor nader onderzoek.
Tot de diersoorten waarnaar regelmatig nader onderzoek plaatsvindt behoren o.a. de vleermuis, huismus, gierzwaluw, steenuil en de rugstreeppad. Ook voor een vervolgonderzoek flora en fauna naar andere planten en dieren kunt u bij Tritium Advies terecht.