Vleermuizen, veel mensen kennen ze vooral van spookachtige verhalen en zit je op een warme zomeravond buiten, dan zie je ze weleens vliegen. Onze senior projectleider GBF en ecoloog Robert van de Voort spot ze in deze tijd van het jaar regelmatig. En zijn nieuwe BAT-detector maakt het opsporen van deze kleine, bijzondere beestjes nu nog makkelijker. Hoe werkt dat, zo’n BAT-detector?
En hoe houd je bij sloop- of verbouwplannen zo slim mogelijk rekening met ecologisch onderzoek en voorkom je onnodige vertraging? Lees er alles over in dit interview met batman Robert.
De vleermuis, een beschermde soort
De vleermuis is een beschermde diersoort. Er komen in Nederland zo’n 20 verschillende soorten voor. De vleermuis leeft in een kolonie die zich gedurende het jaar verplaatst tussen verschillende verblijven. Zo hebben vleermuizen onder andere een winterverblijf, een zomerverblijf, een paarlocatie en een kraamlocatie. Deze verblijven worden uitgezocht op basis van verschillende factoren. Het verblijf moet in de buurt van het jachtgebied liggen, droog zijn en genoeg slaapplaatsen bieden aan de hele kolonie.
Wat hebben vleermuizen te maken met sloop- of verbouwplannen?
Heb je sloop- of verbouwplannen dan is hiervoor een omgevingsvergunning nodig. Deze kun je pas aanvragen nadat je eerst een ecologisch onderzoek, een quickscan laat uitvoeren. De quickscan is bedoeld om vast te stellen of de locatie vleermuizen of andere beschermde diersoorten zou kunnen huisvesten. Bevat een pand bijvoorbeeld veel openingen in spouwmuren, dan is het in basis geschikt als vleermuisverblijf. Op dat moment is nader onderzoek verplicht.
Wat houdt nader onderzoek in?
Nader onderzoek betekent dat je de verblijfplaats regelmatig gaat observeren. Hierbij onderzoek je bijvoorbeeld ’s avonds plekjes waar vleermuizen het gebouw uitkomen om te gaan jagen. Of je staat om 3.00 uur naast je bed om op tijd op de locatie te kunnen zijn, om te zien hoeveel vleermuizen ’s ochtends vroeg het gebouw weer invliegen.
En dan gebruik je dus een BAT-detector. Vertel.
De BAT-detector is een ultrasound apparaat dat geluidjes van de vleermuis die we niet kunnen horen, omzet in hoorbaar geluid. Vleermuizen zijn nachtdieren, ze vliegen ’s avonds uit en jagen dan op insecten, zoals muggen of vlinders. Dit doen ze door geluidspulsen uit te zenden, die weerkaatsen vervolgens op zo’n insect en dan weten ze waar ze naartoe moeten om hem te pakken. Dat geluid kun je mooi opvangen met behulp van de BAT-detector. Met behulp van de BAT-detector spoor je vleermuizen dus veel sneller op.
Hoe weet je dan welke soort vleermuis het betreft?
Dat is simpel. Kleinere vleermuizen zijn op zoek naar kleinere prooien, dus die zullen ook op een kleinere golflengte uitzenden. Dit zie je ook terug op de BAT-detector, een geluidsfrequentie van 20 tot 25 kHz betekent bijvoorbeeld een rosse vleermuis in plaats van een gewone dwergvleermuis, die zit namelijk rond 42 kHz.
Wat als uit nader onderzoek blijkt dat er vleermuizen in het pand aanwezig zijn?
Als er vleermuizen in het gebouw aanwezig zijn, dan moet de eigenaar een ontheffingsvergunning aanvragen voordat het gebouw verbouwd of gesloopt mag worden. Bovendien zal de eigenaar een alternatieve locatie moeten bieden, zodat de vleermuis of vleermuizenkolonie kan verhuizen. Stel, een aantal vleermuizen heeft een kraamlocatie in een spouw, hang je tijdig andere kasten in de buurt dan zien ze dat ze daar ook kunnen gaan zitten. Vaak vindt er dan vanzelf een verhuizing plaats.
Wat is de beste tijd voor het uitvoeren van een vleermuisonderzoek?
De piek qua flora en fauna onderzoek zit vooral in het voorjaar. Voor vleermuizen is op verschillende momenten onderzoek nodig, ook in het najaar. De beste tijd om te beginnen met ecologisch onderzoek is maart/april. Dan is er nog voldoende tijd om eventueel direct nader onderzoek te doen. Soms blijft de aanbeveling tot nader vleermuisonderzoek langere periode liggen en dan kan een bouwproject daardoor ernstige vertraging oplopen.